Interviews

Fresku waant zich op het naaktstrand

Fresku’s theaterdebuut Welkom bij de Fresku Show gaat op 18 november in première. Is de rapper nu opeens cabaretier? “Het is wennen, man.”

Voor Fresku is het theater momenteel als het naaktstrand. Hij heeft het woord amper genoemd of hij begint de vergelijking ijverig uit te bouwen. “Iedereen daar voelt zich al jaren comfortabel en jij hebt zoiets van: ‘Kijk die man met die lange balzak Wat is dit?!’ Dan zegt iemand tegen je: ‘We kijken daar niet naar, kijk gewoon iemand in de ogen aan’. Je denkt: ‘Oké, goed. In de ogen aankijken.’ Even later kijk je automatisch naar de borsten van een vrouw en voel je je daar weer slecht over. En dan zegt iemand: ‘Dat moet je ook zo min mogelijk doen. Of gewoon één keer kijken en dan is het normaal.’ Als je er eenmaal een tijdje rondloopt begin je een beetje te begrijpen hoe het is en hoe het werkt. Maar ik ben nu nog in de fase dat ik net aankom en mijn handdoek niet durf af te doen.”

Het is de periode van de try-outs van Fresku’s eerste theatershow Welkom bij de Fresku Show. Hoe die gaan? “Fifty-fifty. Het is wennen, man.” De stap van rappen op het podium voor je fans naar een verhaal vertellen voor een zaal waarin ook ander publiek zit, blijkt een behoorlijke. “Het is gewoon écht een stap buiten mijn comfortzone”, zegt Fresku. Zijn publiek is een mix van zijn vaste horde fans die hem al jaren kennen en de, zoals hij ze noemt, ‘grijze koppen’. “Het is nooit: géén grijze mensen. Theater is gewoon grijs”, zegt hij lachend. Juist het feit dat ook zijn fans er zitten vindt hij spannend. “Toen ik begon op te treden met mijn muziek had ik veel te bewijzen aan het publiek, maar werd er niets verwacht. Nu voor het eerst weet je dat er naast mensen die gewoon een cultuurpasje hebben en eens even gaan kijken of het wat is, ook fans in de zaal zitten. Die zullen als eerst kritisch zijn.”

Waar het podium in zijn nu tienjarige rapcarrière binnen zijn comfortzone kwam te liggen, is het nu weer helemaal nieuw. En dus is hij tijdens de try-outs continu aan het experimenteren. In hoeverre moet hij rekening houden met het publiek? Vooral naar het antwoord op die vraag is Fresku nog erg zoekende. “Ik wil vertellen hoe ik tegen het leven aankijk en maak daarbij gebruik van dialogen, niet zozeer met het publiek, maar met mensen die door de jaren heen dingen tegen mij hebben gezegd. Als ik dan rekening houd met de mensen in de zaal en me afvraag of zij het met me eens zijn, dan speel ik minder goed.”

Dat gebeurde recentelijk nog toen Fresku, in oktober voor de tweede keer vader geworden van een dochter, samen met het publiek wilde zoeken naar verschillende geluiden van een bevalling. Terwijl hij met zijn handen een vagina probeerde uit te beelden, vroeg hij een mevrouw in de zaal hoe haar bevalling had geklonken. Zonder te lachen en met een serieuze blik: “Het gaat dan natuurlijk om iets heel persoonlijks. Toen kwam er echt zo’n ‘Nou-jááá-zeg-klank’ uit de zaal. De mannen vonden het fantastisch en lagen dubbel. Maar ik kan daarna niet loslaten dat de vrouwen het lomp vinden en niét met me zijn. Dat zou ik van me af moeten laten glijden, maar dat lukt me nog niet.”

Aan het theaterpubliek zou hij geen boodschap moeten hebben, vindt Fresku zelf, maar toch houdt het hem continu bezig. Ook wanneer hij het over racisme heeft. “Er wordt dan vaak meteen gezucht. Zo van: gaan we weer. Ik wil die zuchtende mensen dan weer voor me winnen, dus haal het tempo uit m’n show door erop te reageren. Eigenlijk mag ik door dergelijke reacties uit de zaal helemaal niet anders spelen. Ik moet gewoon mijn verhaal vertellen en als je zucht, dan zucht je. Ik moet erop vertrouwen dat het gaat landen. Daar moet je een paar keer voor op je bek gaan.”

Het verhaal staat centraal in het theater, dat maakt het volgens Fresku ‘zo naakt’ en zo anders dan bij een concert. “Als je ergens komt om een feestje te bouwen en je maakt halverwege een politiek statement, dan is dat prima en gaan de mensen die daar niet op zitten te wachten gewoon weer los zodra je het volgende nummer begint. Nu is er opeens alleen je statement.” De muziek is er overigens wél, want hij speelt een aantal nummers om zijn verhaal te ondersteunen. “Heel veel mensen die komen kijken, kennen mijn muziek al en hopen daar ook wat achtergronden bij te krijgen, dus heb ik een aantal nummers als basis genomen.”

Een rapper die nu theater gaat doen, niets minder en zeker niets meer. Zo ziet Fresku zichzelf nu en zo stelt hij zich ook voor aan het begin van de show. Als hij de titel van cabaretier door de jaren heen mag verdienen, vindt hij dat prima. “Maar ik zou het ook niet leuk vinden als Theo Maassen één rap schrijft en meteen wordt aangekondigd als rapper.”

Als het publiek na de show alleen dubbel heeft gelegen van het lachen, is dat niet genoeg. Aan het begin doet hij expres Gino Pietermaai, zijn bekendste typetje, maar daarna komt dat niet meer terug. “Dat is puur om duidelijk te maken: zo’n show wordt het niet. Ik ben gewoon niet tevreden als de zaal mij grappig vindt maar niet weet waarvoor ik sta als mens.”

En dus leest hij met grote belangstelling de recensies. “Ik zie het als een film met een open einde. Stel je voor dat je daarvan de regisseur bent en je hebt de kijkers genoeg gereedschap aangeboden om hun eigen einde te creëren, dat zijn toch de perfecte films? Ik kan me niet voorstellen dat je dan als regisseur niet achteraf in de krant gaat kijken. Zijn de elementen die ik erin heb gestopt opgepakt zoals ik het hoopte en wat hebben ze er verder mee gedaan? Ik heb bijvoorbeeld nummers geschreven die mensen helemaal anders interpreteren, maar ik vind het mooi dát ze ze interpreteren.”

Hij voelt zichzelf nog geen cabaretier, maar als je Fresku zo hoort praten kun je niet anders dan concluderen dat hij zeer serieus met zijn nieuwe werk bezig is. Zou het hem écht weinig doen welke status het publiek hem na Welkom bij de Fresku Show geeft? “Ik zag laatst een tweet waarin iemand me cabaretier noemde.” Hij leunt achterover, legt z’n hoofd op de rugleuning van de bank en wrijft in zijn handen. “Toen zat ik zo van: ah, fijn man!” En op zo’n moment is hij dan toch al een klein beetje op zijn gemak op het naaktstrand.