Interviews

Vjèze Fur zaait zijn eigen geluid met ‘Tuinieren’

Al twintig jaar vormt Freddy Tratlehner, beter bekend als Vjèze Fur, een vaste kracht binnen De Jeugd van Tegenwoordig. Uitverkochte concerten, iconische hits en een vaste plek in het Nederlandse muzieklandschap. Maar nu, voor het eerst, staat de artiest er helemaal alleen voor. Tuinieren, zijn solodebuut, is allesbehalve een zijproject. Het is een openhartig verslag van een periode vol spanning, verandering en onverwachte creativiteit.

“Het is eigenlijk gewoon zo gelopen”, begint hij. En dat is precies hoe het album klinkt: organisch, intuïtief en vol spontane vondsten.

Een album dat per ongeluk moest gebeuren
Het zaadje werd geplant toen Vjèze Fur producer Strayed Saint ontmoette. “Strayed Saint had net geen studio meer. Hij liet me wat beats horen en ik dacht: dit past echt bij wat ik maak.” Toen duidelijk werd dat de producer zonder vaste plek zou blijven zitten, nam Vjèze een drastisch maar instinctief besluit: “Ik heb een ruimte om de hoek gehuurd, in de haven. Apparatuur erin. En toen zijn we gewoon gaan opnemen. Drie maanden lang.”

Wat als toeval begon, werd al snel urgent. “Ik voelde dat dit het moment was om mijn hart te laten spreken. Als we het nu niet deden, zou het waarschijnlijk bij één verloren liedje blijven.”

Van groepsenergie naar persoonlijke diepgang
Met De Jeugd van Tegenwoordig is alles wat wordt gemaakt gedeelde energie. “Je krijgt bij De Jeugd toch het gevoel alsof je met z’n allen op vakantie bent”, lacht hij. “Heel gezellig, maar niet de plek waar je al te diep duikt.” Tuinieren werd het tegenovergestelde: een plek waar Vjèze Fur alles kon neerleggen wat niet in een groepsdynamiek past.

Voor het eerst vertelt de artiest over zijn vader, die ernstig ziek is. “Dat heeft een donkere wolk boven het album gezet. Je hoort die fysieke knoop in mijn maag terug. Niet letterlijk misschien, maar de sfeer… ja, die zit er heel sterk in.” En dan is er nog de chaos van de wereld zelf — niet benoemd, wel voelbaar. “Ik vertel hoe ik me voel. Het is eerlijk, oprecht. Het is wat het is.”

De studio als vrijplaats
De samenwerking met Strayed Saint bleek goud. “Hij had heel veel beats klaar liggen. Zodra hij iets opzette, kwam er meteen een melodie, een woord, een idee bij me omhoog. De eerste spark is vaak de sterkste.”

Het werd een proces van opnemen, terugluisteren, verder bouwen. Niet denken, maar doen. “Ik ben heel erg van gewoon opnemen en kijken wat er gebeurt, in plaats van met een vooraf bepaald plan erin gaan.”

Autotune als distortion
Ook de gastartiesten vonden hun plek in die spontane werkwijze. Adje, Hiltje, Ray Fuego: allemaal voegen ze iets toe aan Vjèze’s eigen spectrum.

De opnames met Hiltje bleven het meest hangen. “Hij hoorde zichzelf niet zonder autotune, dus het leek alsof hij doofstom was. Maar toen we het terug hoorden mét autotune… ja, dat was zó tof.”

Freddy ziet autotune dan ook niet als correctie, maar als instrument. “Net als een gitarist die distortion gebruikt. Ik gooi het er niet op om beter te zingen. Het moet iets toevoegen.”

Een tuinman die wanhopig probeert rust te vinden
Het thema ‘tuinieren’ ontstond bijna per ongeluk. “Ik had net een bloembak gekregen om groenten in te verbouwen. Ik zat helemaal in dat tuinierwereldje.” Voor het nummer Tuinieren nam Vjèze een tekst op als tijdelijke placeholder. “Maar het voelde meteen goed.”

Langzaam werd de metafoor betekenisvoller: een tuinman die wanhopig probeert rust te vinden, maar het te hard probeert. “Zo voelde ik me echt: proberen te relaxen op een verkrampte manier. Stress, spanning en toch doorgaan.”

Op de intro van het album hoort de luisteraar de oma van zijn kinderen. Een zachte stem tegenover zijn eigen energieke, soms agressieve stijl. “Die tegenstelling vond ik prachtig: de gek die door een tuin dendert en de lieve oma die rustig vertelt.”

Zaadjes in dorre grond
De rode draad van het album? Overleven en toch schoonheid vinden. “Door de ziekte van mijn vader zat ik in een soort Dracula-modus. Van binnen dood, maar toch proberen mooie dingen te maken. Zaadjes planten in dorre grond.” Niet alle tracks gaan over die periode, maar de sfeer hangt overal. “Als ik nu terugkijk snap ik heel goed waarom het album zo klinkt.”

Een album dat moet groeien
Wat Vjèze hoopt dat blijft hangen na een eerste luisterbeurt, is vooral verwondering. “Ik zou het leuk vinden als mensen denken: dit ken ik niet, dit verrast me. Het is experimenteel zonder experimenteel te willen zijn. Ik hoop ook dat het niet in één keer binnenkomt, maar dat het groeit.”

En nu? Na Tuinieren is de artiest zeker niet klaar. “Ik ben bezig met De Jeugd en met koken. Ook wil ik als Vjèze Fur nog veel meer muziek maken.” Tuinieren markeert geen einde, maar een nieuw begin: het moment waarop Vjèze Fur zichzelf opnieuw plant en kijkt wat er opkomt.